Audio Experimenteel

door

Kameel

De dagen zijn koud zodat ik me verveel en denk hoe oud wordt een kameel? Wat een vraag is dat! Vlug mep ik ietwat wodka in mijn keel. De geest is geworden zo traag. Vlug mep ik de tweede en de derde wodka in mijn keel. Je wilt alles weten, over die kameel, dus zuip je jezelf een stuk in de kraag. Weinig licht zijn de dagen, ’s winters komt de weemoed. Je komt er niet uit met die kameel, wat hij of zij zoal doet. Dromen ze bijvoorbeeld? Hoe komen ze in hun roes? Iedereen die zich verveelt? Houden ze van een douche? Houden ze van onze dichterlijke rijm daar in de woestijn? Nee, je komt er niet uit, de kameel – ja hij is teveel. Je mept nog een wodka, daarna nog een wodka in je van nieuwsgierigheid brandende keel. En je gaat naar bed, met een wodkaatje teveel.

Die is goed, goed, die is goed, goed, die is goed, goed, goed heel goed goed goed goed die is goed goed goed goed stuitend goed die is goed goed goed goed moordend goed die is heel goed heel heel goed waanzinnig goed goed goed goed goed heel goed die is goe

Boris

Boris was goed bezig hij leed aan een somber gemoed maar klaagde daar nooit over

Boris was goed bezig toen brak hij zijn voorpoot jahoor liep hij gewoon door op drie poten

Boris was goed bezig  zijn andere voorpoot werd geamputeerd accepteerde hij meteen, zeurde hij niet over

Boris was goed bezig hij verloor zijn gehoor ach stokdoof dat beviel hem wel

Boris was goed bezig toen raakte hij zijn gezichtsvermogen kwijt ach die ogen van hem had hij ook niet nodig

Boris was goed bezig hij haarde uit, kreeg kale plekken nou en? die zag hij toch niet meer

Boris was goed bezig zijn hart zei ik stop ermee
zonder morren ging Boris dood.

In het souterrain van de toneelknecht roffelde de muis met kop noch staart op de deur en opende aldus het congres over helderziendheid.

Robot AI 6002

Mijn robot god ik had thuis een idiote robot hij grijnsde knarste en zoemde hij riep aldoor ‘U bent een citroen!’ ik kon hem niet meer stoppen hij bediende zijn eigen knoppen kon hem niet meer uitschakelen van inferieur werd hij superieur hij kneep ijzervingertjes als een nicht in mijn wang gegeven moment bepaalde hij zelfs mijn stoelgang ik schonk zijn thee in dat onmens, dag en nacht had hij mij in zijn macht ‘U bent een citroen, ik ben japanoloog en boeddhist’ god wat een geflipte idioot vroeger was hij braaf en gehoorzaam vroeger was hij emotieloos perfect perfect maar hij kreeg een doodgravengezicht raakte zijn kunstmatige intelligentie defect eindelijk hèhè is hij functieloos morsdood waardeloos want ik gooide hem uit het raam werd mijn robot een zielig hoopje schroot robot 6002 was zijn naam.

Context

Deze soundtracks zijn opgenomen in Smusic Studio, Amsterdam als onderdeel van experimentele poëzie/voordracht. De tekstjes werden gebruikt als oefenmateriaal  voor de productie van de 3 Cd’s: De Vloer, Exit, Stervende Liefde, die elders op deze website apart zijn te beluisteren.

wispelturig
Je zei de ene keer dit en dan zei je de andere keer dat, ging ik rechts, nee moest ik naar links en dan wilde jij vooruit, toen dacht ik nee eigenlijk is dat achteruit, maar vooruit dan maar gaan we vooruit. Je was wispelturig wispelturig!
Je zei nee laten we weggaan toen gingen we weg toen zei je nou laten we maar teruggaan wispelturig wispelturig Ik dacht die wispelturigheid gaat wel voorbij,
ja ik hield van jou en ik dacht als ik maar genoeg van je houd gaat het wel voorbij die wispelturigheid
liefde geneest alles zegt het cliche nietwaar ik had wat meer geduld nodig, maar nee, dat hielp niet, de wispelturigheid van jou werd wispelturiger en wispelturiger.
En ik werd tureluurs tureluurs. Het was wel heel vermoeiend met jou om te gaan, jij wispelturige, als je een staart had had ik je bij de staart vastgegrepen en had ik je rondgeslingerd, helemaal in cirkels rondgeslingerd, helemaal zo rondgeslingerd,
en ik had je helemaal duizelig gemaakt. en dan had ik je weer op de grond gezet en dan had ik aan je gevraagd: nou, ben je nu in orde? Is je wispelturigheid nu voorbij?.
ik doe maar een
Eén geen twee of drie Ik doe maar één want anders doe ik al teveel ik doe maar één twee wordt al snel teveel een sprong in het duister ik doe maar één twee of drie is algauw een trucje of flauw kopietje ik doe maar één keer één één is lief als naaktfiguur raakt zij de snaar met één trap ik niet op de zere teen ja ik doe maar één wil wel twee of drie maar twee of drie is al snel teveel als doorn in het oog één is kardinaal met twee brand ik los in gloeiend betoog vol barokke taal nee liever één een is mijn één