Marko Fondse vertaler Russische literatuur

door | Interviews

in de ban van het weerbarstige  dichtwerk van vladimir majakovski 

foto alexander rodschenko, portrait vladimir majakovski 1924 gelatin silver museum of modern art new york

Vertaling van Majakovski werd levenswerk van Marko Fondse.

Interview gepubliceerd in Utrechts Nieuwsblad, 26 mei 1993, en in De Standaard, 6 juni 1993. 

De dichter/vertaler Marko Fondse houdt het pasverschenen boek als een kind in de handen: V.V. Majakovski, Werken, uitgebracht in de serie Russische Bibliotheek, een keuze uit het oeuvre van de revolutionaire Russische dichter Vladimir Majakovski (1893-1930).

Deze omvangrijke, tweetalige publicatie spant de kroon op Fondse’s intense betrokkenheid met Majakovski, die meer dan dertig jaren heeft geduurd. Eerder vertaalde Fondse de klassieken: Gogol, Tolstoi, Dostojewski. In 1969 werd hij gelauwerd met de Martinus Nijhoff-vertaalprijs voor de vertaling van Boelgakovs roman Meester en Margarita. In 1985 publiceerde hij zijn eigen gedichtenbundel Herderstas. Alom geprezen door de insiders.

Tijdens ons gesprek bij Marko Fondse thuis (hij woont in het Amsterdamse centrum temidden van het roze toeristische hoerenvermaak) blijkt hoe de vertaler gegrepen is door zowel het werk als de persoon Majakovski. Meer en meer realiseer ik mij dat eigenlijk alleen Fondse het vertaalwerk aankon. Geen enkele andere vertaler heeft Majakovski aangedurfd, heeft zich tot in de slapeloze nachten, jarenlang, niet willen laten meesleuren door Majakovski’s pathos, dat faustische oeuvre van hem, overladen met hyperbolen, onnavolgbare beeldspraak, bijna waanzinnige gedachtesprongen en knallende taaluitbarstingen. Wegens talloze neologismen zijn deze erupties dikwijls onvertaalbaar. Maar Fondse vond de equivalenten. Met woorden als ‘breedtegraaddrang’ en ‘avondroodstreling’ verrijkte hij het dichterlijke jargon van de Nederlandse taal.
Sprekend over Majakovski, kan Fondse nauwelijks rustig blijven zitten, af en toe moet hij hardop voordragen, of krijgt hij een ingeving en loopt hij ‘overhaaste schrede’ weg om een tekst te pakken die meer duidelijkheid geeft over wat hij zeggen wil. Dat zichzelf uitdrukken valt hem moeilijk. Telkens grijpt hij terug naar het boek om het liefst Majakovski aan het woord te laten. Soms blijft hij rechtop staan en maakt dan met de armen in elkaar gevouwen een verlegen en radeloze indruk, alsof hij gebukt gaat onder de nawerkingen van een verslaving die voorbij is.

‘Wat mij in hem fascineert blijft raadselachtig, ik weet het niet. Hoe kan het dat, terwijl ik toch opgegroeid ben met de zachtere krachten en de mooiere gevoelens, deze enorme schreeuwlelijk mij zo boeit? Misschien had ik zelf Majakovski willen zijn, om van mij af te kunnen bijten en rond te kunnen schoppen, niet uit wreedheid of omdat je een barbaar bent, maar omdat in de wereld alles wat je dierbaar is, vertrapt wordt! Dat is bij Majakovski de liefde en bij mij is dat waarschijnlijk de schoonheid.
Iedere dag is voor mij een belediging. De wereld zoals die op mij afkomt, vormt een grote belediging. Mijn smaak, alles waar ik van houd, wordt dag in dag uit vertrapt. Dat moet ik maar accepteren, maar ik kan daar zelf niet de opstandige woorden voor vinden. Majakovski wel. Toch is hij niet alleen bulderend grof, hij kan ook ongelooflijk teder zijn. En dat is de tederheid van een beer! Ik heb wel eens een stier zien dansen in de wei en dan denk je: met welk een gratie danst dat logge beest!
Sommige mensen weigeren hem als dichter te aanvaarden, Nabokov, Chodasevitsj, Boenin. Er bestaat veel in zijn werk dat hij inderdaad beter niet had kunnen schrijven, pamfletten waarin hij zijn talent geweld aan heeft gedaan. Maar toch is het literair-historisch interessant. Ik houd zelfs van zijn reclameteksten, die hij voor de staat maakte.
Kijk, Majakovski geldt als een revolutionaire dichter, hij was een van de vernieuwers. Zijn aanpak, en alles wat hij beweerde, dat verzin je niet zomaar. Hij leunde tegen de hele wereldliteratuur aan. Als je werkelijk helemaal revolutionair wilt zijn, dan had je het rijm ook overboord gegooid. Majakovski kijkt wel uit zeg! Het Russisch heeft een briljante rijmtechniek. Met dat rijm geeft hij zijn poëzie een geweldige stootkracht en dat wil ik in het Nederlands overbrengen, dat de lezer die push voelt, die drift, daar gaat het om. Wanneer dat het geval is, dan ben ik geslaagd.

Ik maak vele versies, niet om zijn rijm te evenaren, nee, maar om die geweldige push over te laten komen. Ik wring mijn Nederlands alle kanten op, om aan dat stootritme te komen. `Ritme is de oerkracht, de basisenergie van het vers,’ zei Majakovski. Wanneer de lezer hem alleen maar inhoudelijk leest, dan komt hij veel tekort. Voor mij was het belangrijk ook zijn technische hoogstandjes te verwerken, de woordgrappen, zonder te vervallen in een soort taalvuurwerk, akoestisch spektakel.

Majakovski vertalen is een veeleisend en absorberend proces. Je gaat aan tafel zitten en je doet per dag een aantal regels – zo is het niet! Er zijn regels die ik doodgewoon met geen mogelijkheid rond kon krijgen. Hij schreef geen keurige metrische verzen, maar spreektaalachtige, explosieve poëzie! Ik heb zeven jaren lang gewerkt aan een tekst van slechts 350 regels. Voorbeeld van een probleem is dat hij een werkwoord maakt van lente (natuurverschijnselen die de lente ondergaan). Hoe vertaal je dat? Lentelen? Nee. Nou met zoiets blijf je in je hoofd lopen. Je laat het bezinken, totdat er een oplossing komt. In dit geval bedacht ik het nieuwe woord `ontwinteren’. Toen was ik eruit. Het gaat zo: ‘Bloem en kruid, laat uw goud aan de zon ontblinken! Leven, ontwinter uw elementairste drift!
Ik heb gemerkt dat mijn equivalenten verrassender overkomen bij de Nederlandse lezers, dan het Russisch bij de Russische lezers. Toch worden ook de Russen nog steeds verrast door de vele woordvondsten. Welke pagina je ook opslaat: Majakovski is modern!
Men noemt hem altijd zo’n egodichter. Hij heeft het zo druk met z’n ego. Absoluut niet waar! Misschien is hij self-centered, maar zeker geen narcist, zoals vele andere, dichters die schrijven over hun eigen mooie ziel en verheven gevoelens. Majakovski doet dat niet, hij noemt zichzelf dikwijls een hansworst, een rotzak, een beer! Hij zocht een nieuw mens. En waar haal je zo’n mens vandaan? Die kan je alleen maar in jezelf vinden! Hij was gedwongen maskers te gebruiken, uit zelfbescherming tegen een wrede wereld.

Hij zat als een vat vol tegenstrijdigheden in elkaar, zoveel complexen als hij had, en die frustraties in de liefde. Eigenlijk leed hij aan een permanente crisis, maar dat dit culmineerde in zijn zelfmoord, toen hij nog maar 37 jaar oud was, betwijfel ik. In zijn vroegere werken lezen we al over zijn suïcidale neigingen. Desondanks hield die man ontzettend veel van het leven. Hij had een enorme energie, ook als beeldende kunstenaar en acteur, en heeft heel veel gerealiseerd. Maar op een gegeven moment is alles wat tegen hem werkte tegelijkertijd bij elkaar gekomen. Dat was het moment dat die kogel door zijn hart moest! Zijn zelfmoord zie ik als het beste antwoord op het stalinisme.

Ja, Stalin is zijn moordenaar geweest. Kijk, die kogel heeft hij zichzelf bij voorbaat gegeven, die zou toch wel zijn gekomen, daar kan je vergif op nemen. Hij was een oprechte communist en ging ervan uit dat de dichter een sociale opdracht had, dus hij wilde afrekenen met de fabeltjes van a-politieke kunst. Stalin riep hem uit tot de enige talentvolle dichter van de Sovjet-Unie en maakte een staatsdichter van hem. Dat was na zijn dood. Maar die rol had hij zelf al met hart en ziel gespeeld. Hij heeft als propagandist domme dingen gezegd. Hij was evenwel oprecht, uit sociale bewogenheid. Later zei hij dat hij geen partijlid meer wilde zijn, er niet de eigenschappen voor had, dat hij nog te veel van de oude wereld in zich droeg. Toen heeft de partij hem geïsoleerd. Hij kreeg geen paspoort, kon dus niet meer naar het buitenland.
De revolutie was voor hem heilig. Ik weet niet of zijn poëzie beschouwd kan worden als een weerspiegeling ervan. Vergeet niet dat de Rus de revolutie heel anders zag, er blij mee was, men verlangde ernaar, al een eeuw lang. Het probleem begint bij de bolsjewieken, die de macht overnamen. De usurpatie van de revolutie door een partij, dat is de ellende geweest!’

`Maar men moet de revolutie kunnen scheiden van het leninisme of het stalinisme, dan pas kan je nagaan wat er op de bodem van het hart van de meeste Russen geleefd heeft. Het is niet erg dat Majakovski wordt gelezen in verband met de revolutie, maar men mag hem niet lezen in verband met het stalinisme.

Maar nu zijn we midden in een heilloze discussie verzeild. Al die onzin van de ideologie. In die tijd zat dat gevoel ingebakken, dat er een nieuw mens en een nieuwe, rechtvaardige maatschappij zou kunnen komen. Je ontmoet het ook bij Henriette Roland Holst: `Niets is teveel voor het menselijke geluk, ook al moeten er duizenden harten stuk.’ Maar Majakovski wist wel terdege dat de nieuwe wereld, die de revolutie moest brengen, niet om de hoek lag. In zijn liefdesgedicht Daarover kijkt hij vooruit tot in de dertigste eeuw, waarin eindelijk dan met alle onrecht afgerekend is.
Als vertaler ontkom je niet aan het politieke geharrewar rondom Majakovski. Toch heb ik hem geselecteerd op zijn zuivere, lyrische poëzie, werk van voor de revolutie, waarin hij dus nog gewoon opstandig kan zijn, zonder zich aan de Partij te binden. Eigenlijk distantieer ik mij volledig van zijn politieke kant, maar in enkele stukken kan je het gewoon niet wegschrappen.’

Majakovski’s gevoel voor humor, dat vergeten vele mensen. Ik kan bij hem verschrikkelijk in de lach schieten. Bijvoorbeeld dat ene fragment in het gedicht getiteld Daarover waarin hij op bezoek komt bij een willekeurig gezin. Iedereen is bijzonder verheugd met de komst van de dichter, zelfs de samowar! Baboesjka’s die op de foto’s gehurkt zitten, kruipen ineens uit de lijst om hem te begroeten, zonder hun hurkzit te verbreken. Het oude behang is door vliegjes bescheten en gedrukt met kransen. Deze kransen rukken zich uit het behang los en dwarrelen op z’n kop: ‘…vliegpoepkrans daalt van ’t zoldergewelf en lauwert mijn slapen.’ Dan die samowar, ook een giller: `…de samowar glanst gewoon met de glansspatten. Ook hij wil mijn hand vatten met zijn twee handvatten.’ Die humor, zulke beschrijvingen, dat kunnen alleen de grootsten!
Ja, dit boek is mijn levenswerk, leuk of niet, het is gewoon zo. Er staan nog wel een hele rij boeken naast! Ik heb vertaald uit het Engels, Duits, Frans, Italiaans, Servo-Kroatisch en Nieuw-Grieks, maar ik zal mij toch het meest blijven identificeren met dit boek.’

Zie voor meer info: Uitgeverij Van Ooorschot, Amsterdam.