De Vloer

De vloer het lied van Etcetera
Volledige track, definitieve versie van De Vloer, tijdsduur 20 minuten. Geïntrigeerd: samples van het Russische Orthodoxe Koor o.l.v dirigent Nicholas Afonsky. Uitgezonden op 24 december 2005 zowel door Vpro-radio en radio Concertzender.
Poëem, genre experimentele Requiem, thema universele menselijke sterven en tragische levensgevoel. Compositie Soundtrack Peter Smid. Subtitel Het lied van Etcetera.
De algemene treurnis van het menselijke bestaan, op weg naar de vloer onder een onbegrepen hemel, vormt het dwingende thema van dit requiemeske poëem. Ik draag de tekst voor in een slepend largo. Peter Smid orkestreert met zijn geheimzinnige compositie de reeksen van vrije associaties in de tekst tot een hechte vorm, die dreigend als in een apocalyptische atmosfeer overkomt, maar tegelijkertijd weet te ontroeren. Hij veroorlooft zich opvallende anti-requiem momenten, waardoor het largo een bevrijdende lichte toets krijgt. Lovende opmerking van Wouter Pleijsier, redacteur Luna Express, VPRO-radio. ‘Zeer mooi van sfeer, uw prozagedicht zal het goed doen op de late avond! De vloer zal worden uitgezonden op 24 december in het programma Luna Express, 747AM, 23.00 – 24.00 uur.
Fragment tekst
Onder de schedelhuid van de hemel waar de weggooigodjes als druppels van het worden toch allemaal rampen die woorden niet kunnen keren in de spuugspeeches van ordeloze betekenissen uiteenvallen op de thrillers van onze niveaus ligt de vloer die onoverwinnelijk koud is in een sfeer vol van treur open voor de sprongval in het duister tussen de stenen van slijm en kadavers technisch uitgevoerd als de danspasjes van de plooien langs de geslachten van kleuren die wachten in dorst om toch bovenaards geduldig geworden door het bewind van dildo’s en cupido’s de ladders van verlangens in de ruimte zonder tijd te beklimmen als amfibieën geëvolueerd tot garderobekastgodinnen die op proef de boter van het analfabetisme smaken dat het hart kent met de hechtingen van rusteloosheid en als een aggregaatmotor van tranen opbonkt tegen het gestamel verschenen uit de hoerenkus der fenomenen in een eindeloos zwartebladzijden continuüm procesmatig op gang gekomen langs de wegen die als dorre rivieren door alle landen heen leiden naar de kathedraalachtige ruïnes van de vloer die onoverwinnelijk koud is in een sfeer vol van treur zie we willen na het bereiken van de verrukkelijke toppen na de uitzinnige liefdeskreten in neerwaartse zwaartekracht weer vallen op de schitteringen van de zeerotsen die in de nachten grijnzen aan de andere kant als in geblinddoekte vrije verzen waar de grafkaarsen in het duister zich op de sterren oriënteren en maar doorflikkeren en maar doorflikkeren in de kinderkrullen van de oerknalmisten vol frivole leegtewoorden toegestaan door voortdurend in de altijdheid verwijlende kostbaarste wetten die rond en rondgaan in hun cirkels spinnend over de vergezichten van de eeuwen als as verstrooid over de fabulerende globe in onze pinken al ruimschoots aanwezig zonder kruispunten slingeren in de wereld waarin iedereen van avonturiers tot komieken die de ene en de andere vormen in de diameter van het absurde en daarin de eigen stem zoekt en die pas vindt in de ontmoeting met de vloer die onoverwinnelijk koud is in een sfeer vol van treur zich uitdrukt als uit paddenstoelenstof verstoven opwekkende poeders die de ziel van de wind benevelen en diezelfde wind in de woestijnen van onze kwellingen op de knieën dwingt en de honden en hondinnen die wij zijn uit onze comfort-is-a-state-of-mind-nesten verdrijven naar de spelonken van de vloer die onoverwinnelijk koud is in een sfeer vol van treur gehurkt op bevel van roes kreunt het onvermijdelijke dat zich heeft vastgebeten met de plooien vochtig als wit bier lopen imago’s langs de maansikkel…
etcetera etcetera etcetera atecetera