Meneer K alter ego van schrijver dezes in actie tijdens het voorlezen uit eigen werk.

Foto  magdalena jesionek

Niets ontglipte aan het haviksoog van meneer Kusmelier. Plotseling zag hij het nauwelijks zichtbare haartje liggen en toen was het probleem begonnen: van wie was dat haartje afkomstig? Het haartje had zich geniepig onder de tafelpoot verborgen. Onder de tafelpoot! Hoe kwam het daar in godsnaam terecht?
Hoelang lag het daar al?

Eerst onderging hij de fase van ontkenning: niets aan de hand, ik heb het haartje niet gezien. Toen de fase van onverschilligheid: een haartje, tja, so what? Een haartje is maar een haartje. Het stelt helemaal niets voor. Net als een broodkruimeltje op de vloer.

Een haar in de soep dat is erg, maar een haartje op de vloer? Totdat hij in de fase van de obsessie kwam en het haartje niet meer uit z’n gedachten kreeg. Hij zag het uiteinde van het haartje soms in het zonlicht oplichtten dat ’s ochtends op z’n keukenvloer lag. Jawel, het haartje bevond zich in de keuken! Dat was gek. Nog gekker was dat het haartje hartstikke blond was en hij had al zeker een jaar geen blonde vrouw meer op bezoek gehad. Wist hij absoluut zeker. Z’n vriendinnen hadden elke kleur haarverf toegepast, van rood tot grijs, maar niemand droeg nog blonde haren. Blond was uit de mode. Blond was als de open gulp van een man, daar liep je ook niet mee rond.

Lag er toch verdomme zo’n eng blond haartje verscholen onder z’n tafelpoot. Van wie was dan dat ene raadselachtige haartje? Had iemand het onder de tafelpoot geschoven om hem te pesten?
‘Ik weet het niet, het spijt me,’ zei Kusmelier hardop, alsof hij zich alvast wilde verontschuldigen tegenover z’n vriendin die om uitleg vroeg. Ze kon vallen over de kleinste dingetjes.

Probeerde hij met de stofzuiger, de krachtigste ter wereld, van wel twee duizend watt, het haartje op te zuigen, het bleef hardnekkig vastzitten onder de tafelpoot. De tafel was loodzwaar en die op te tillen omwille van het haartje – dat ging hem nou even net wat te ver. Je tilt een tafel niet op omwille van een enkel haartje! Je tilt helemaal niets op omwille van een haartje.

Soms deed hij z’n best juist niet over het haartje te struikelen, liep hij om de ene tafelpoot heen alsof hij een mank, bangelijk, jong poesje niet op de pootjes wilde stappen. Van wie was dat haartje? Het was toch niet uit de lucht komen vallen?