De man die aan tafel zat

door | Dagboeknotities

illustratie uit mijn schetsboek vrije tekeningen

Hij zat daar al een tijdje, de man die aan zijn tafel zat. Zijn gedachten stegen als in een wolk boven hem uit, dreven wat rond om zich even later toch weer te reduceren tot een alledaags denkminimum. Die wolk. Hij ervoer een metafysisch moment dat we in het kader van het dagelijkse sociale realistische leven eenzaamheid zouden noemen. Isolement. Leegte. Zijn lievelingswolk. Opslagplaats van voorbijgaande  vaagheden.

De man die aan tafel zat droeg zijn hoed alvast voor het geval hij de tafel zou verlaten, misschien voor een avondwandeling straks. Hij droeg zijn leesbril alvast, mocht hij een boek willen lezen straks. Maar zover kwam hij niet. Hij bleef maar zitten, zitten en zitten.  Staarde voor zich uit. Er was geen sprake van een speciale straks, niets in het bijzonder ging gebeuren. Het leek alsof hij wachtte op een verandering die los van zijn eigen actie radius zou plaatsvinden, iets los van zijn eigen initiatief. Een toevallig voorval. Iets wat zich onverwacht voordoet. Een incident of zoiets. Maar mocht er gewoon helemaal niets gebeuren en niets veranderen dan zou dat hem ook niet verbazen.

De man die aan tafel zat schonk zich een glas rood in, proefde de wijn, heel goed, vooruit nog een glas. Weer zitten aan de tafel. Zelfde positie. Halverwege de fles raakte hij helemaal verzonken in de tafel. Zo bleef hij maar wat zitten, denkend aan weinig, aan niets en niemand, neergeworpen in het abstracte zijn dat sinds de oerknal ontstaan is uit de goddeloze zwartegatenfabriek van het heelal. ◄