EXPOSITIE MUSEUM FOAM AMSTERDAM
Foto © James Nachtwey, Afganistan, 1966
Je zoekt hachelijke situaties op, je wilt er middenin staan, de veilige telelens verwerp je omdat het afstandelijke beelden geeft, je reist af naar ellendige gebieden (Afrika, Grozny, Irak) waar de samenleving is ontwricht, waar wordt gemoord en gemarteld, juist daar op die goddeloze plekken wil je zijn, bij de slachtoffers, je neemt risico’s, je moet soms vluchten uit de vuurlinies om het eigen hachje te redden, je leven als fotograaf staat op spel (waar is de grens?) je ziet emoties die je vervullen met walging, mensen die in janken uitbarsten bij het beeld van dode kinderen, mensen die op het randje van waanzin balanceren, in een shock verkeren, verbaasd dat ze het angstaanjagende militaire geweld hebben overleefd, dat is verlammend, maar je gaat door, om de hartverscheurende foto’s te kunnen maken die in de westerse tijdschriften en kranten later op het netvlies zullen branden, je wilt de wereld laten zien welk een rampspoed de mensen aanrichten.
Een keer krijg je een granaat in je jeep geworpen, het ding ontploft en voordat je het bewustzijn verliest neem je snel een foto van de hospik die je opknapt, je hebt geluk gehad, je leeft nog, je rust uit in het ziekenhuis en daarna ga je weer met de camera op pad, lens scherp gesteld op 35 mm. Je wordt gedreven door sterke motieven, zonder fanatisme bereik je weinig, misschien ben je verslaafd aan de spanningen, verslaafd als een erotomanische voyeur, of neurotisch verslaafd aan angstsituaties, wie weet? Aan de andere kant, zo relativeer je, doe je gewoon je werk als oorlogsfotograaf. Doe je het voor het geld? Compenseert het met bakken binnenkomende geld (nou, niet overdrijven) alle miserabele ervaringen die je ondergaat, ervaringen die voor een gewone sterveling ondraaglijk zijn? Geld is een banaal motief. Niet doorslaggevend. De oorlogsfotografie valt en staat met de betrokkenheid voor het menselijke lot. Empathie voor de traumatische belevingswereld van anderen die de weelde van vrede en rijkdom missen.
Dat oorlogsfotografen een melancholieke persoonlijkheid hebben, blijkt uit het gezicht van de fotograaf James Nachtwey (1948, New York). Het lijkt lang geleden dat er een lachje overheen heeft gefladderd. Hij heeft een overzichtstentoonstelling in het fotografiemuseum Foam, getiteld Testimony. De fotograaf getuigt. De titel dekt de lading. Elke foto is aangrijpend, pakt je bij de strot. Bovendien zijn ze afschuwelijk fraai van compositie, zijn stijlmiddel is het kadreren. De tragiek snijdt dwars door de zwart-wit esthetiek heen, het is om te huilen.
Nachtwey roept beelden op waarbij Dante’s Goddelijke Komedie verbleekt. Ze werpen een schaduw op de toekomst van het oorlogszuchtige consortium genaamd De Mensheid. Op zekere dag zal onze wereld helemaal zwart zijn. Misschien is de tijd van het einde van de wereld al begonnen.